1e graad lager onderwijs
Bij elk verkeersdoel kan je zien welke VSV-materialen en -projecten je kan gebruiken om dat doel te behalen. Ook zijn de doelen van de onderwijsnetten (ZILL, GO!, OVSG) eraan gekoppeld zodat je die makkelijk kan overnemen in je klasagenda.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Onder nauw toezicht veilig op een voetpad stappen. |
![]() |
||||
Onder nauw toezicht oversteken op de veiligste plaats |
![]() |
||||
Onder nauw toezicht langs de huizenkant voorbij een |
![]() |
||||
Onder nauw toezicht oversteken op een zebrapad |
![]() |
||||
Onder nauw toezicht oversteken bij verkeerslichten. |
![]() |
||||
Leren vertrekken met een fiets. |
![]() |
||||
Met de fiets aan de hand stappen. |
![]() |
||||
Remmen (vertragen, stoppen ...) |
![]() |
||||
Slalommen op lange afstand. |
![]() |
||||
Rechtdoor rijden. |
![]() |
||||
Onder begeleiding fietsen in groep in een schoolse context: |
![]() |
||||
Gepast reageren op de kleuren van verkeerslichten voor |
![]() |
||||
Berm en parkeerstrook herkennen als delen van de openbare |
![]() |
||||
Fietssuggestiestrook en bushalte herkennen als deel van de rijbaan. |
![]() |
||||
De onderstaande verkeersborden herkennen en ernaar handelen: |
![]() |
||||
Communiceren via oogcontact en lichaamstaal. |
![]() |
||||
Het verschil tussen reflecterend en fluorescerend materiaal |
![]() |
||||
Weten waar de haltes van de Lijn en de NMBS zich in de |
![]() |
||||
Beseffen dat storend gedrag als passagier een bestuurder afleidt |
![]() |
||||
Langs de veilige kant in en uit de auto stappen. |
![]() |
||||
Beseffen dat ze als voetganger niet altijd gezien worden door |
![]() |
||||
Zich als voetganger zichtbaar maken voor een bestuurder |
![]() |