Waarom moeten schoolomgeving en schoolfietsroutes aangepakt worden?

Elke schooldag raken 12 kinderen betrokken bij een verkeersongeval op weg van of naar school. Maar liefst 40% van de kinderen in basisschool wordt met de auto gebracht. Veelal uit gewoonte, maar al te vaak omdat ouders de fietsroute naar school gewoonweg te gevaarlijk vinden. Om die vicieuze cirkel te doorbreken, willen we autogebruik ontmoedigen en alternatieven stimuleren.  Dat komt niet alleen de verkeersveiligheid, maar ook de gezondheid ten goede. 
 
De rode draad in alle goede voorbeelden

Dat is niet alleen de verantwoordelijkheid van de gemeente en politie, maar van iedereen. De oplossing ligt niet alleen in infrastructurele maatregelen door het lokale bestuur of handhaving door de politie, maar ook in verkeers-educatie en sensibilisering door de school. Stel jezelf de vraag: “Hoe maken we in deze straten van voetgangers en fietsers de belangrijkste gebruikers?” 
 
Het STOP-principe: eerst aandacht voor de Stappers en Trappers, daarna voor het Openbaar vervoer en als laatste voor het Personenvervoer (de auto’s). Het is voor alle duidelijkheid geen rondje autopesten. Er zullen altijd ouders zijn die een goede reden hebben om hun kinderen soms of altijd met de auto te brengen. Wij stimuleren hen om niet voor de schoolpoort te parkeren, maar de laatste honderd meter te voet af te leggen.  
 
Heb aandacht voor participatie. Met een brief aan het lokale bestuur alleen kom je er niet. Het initiatief om onderstaand proces op te starten kan zowel van de school als van de ouders of het lokale bestuur komen. Maar in alle gevallen zal je alle betrokken partijen (ook buurtbewoners) vanaf de eerste vergadering moeten betrekken, samen een actieplan opstellen, de taken verdelen, en jaarlijks samen de opvolging ervan bespreken. 

Het blijven kinderen

Kinderen kijken anders naar het verkeer dan volwassenen en gedragen zich daarom ook anders:  

  • Ze kunnen afstand en snelheid nog niet goed inschatten;
  • Ze zijn klein qua gestalte. Daardoor zien ze minder van de verkeerssituatie dan volwassenen;
  • Hun gezichtsveld is heel beperkt. Ze moeten hun hoofd draaien om dingen aan de rand van hun gezichtsveld te kunnen zien;
  • Ze kennen het verschil niet altijd tussen zien en gezien worden;
  • Ze herkennen de (verkeers-)geluiden niet altijd en hebben het moeilijk om te weten waar geluiden vandaan komen;
  • Ze zijn impulsief en niet altijd bewust van mogelijke gevaren. Ze geven aandacht aan wat opvalt en niet zozeer aan wat belangrijk is voor hun eigen veiligheid;
  • Ze hebben een blind vertrouwen in regels, infrastructuur en gedrag van andere weggebruikers;
  • Ze zijn gevoelig voor groepsdruk.
     

Gezien de beperkingen en het ervaringsgebrek van kinderen is het belangrijk om hen praktijkgerichte verkeers- en mobiliteitseducatie te geven, zowel op school als thuis. Basis- en secundaire scholen in Vlaanderen zijn verplicht om aan verkeers- en mobiliteitseducatie te doen via hun bindende eindtermen. 
 
Wat een drukte!

De verkeerssituatie in elke schoolomgeving wordt gekenmerkt door: 

Sociaal knooppunt. Veel ouders wachten en ontmoeten elkaar aan de ingang van de school. De aangename ruimte daarvoor is er vaak niet, hoogstens een smal voetpad. Wat we overal proberen te doen is ruimte creëren voor een bankje, een boom, een fietsenstalling voor de wachtende ouders. Door bijvoorbeeld enkele parkeerplaatsen weg te nemen of de straat wat smaller te maken.

Druktepieken en voorspelbaarheid. Twee tot vier keer per dag wijzigt het normale verkeersbeeld drastisch: in zeer korte tijd komt een relatief groot aantal voetgangers, fietsers en auto’s samen op dezelfde, soms krappe ruimte.
Niet anoniem. Een groot deel van de verkeersdeelnemers binnen de schoolomgeving is gekend. Dat biedt kansen om gericht te sensibiliseren. 
 
Het is goed voor de gezondheid!

Fietsen naar school staat binnen de bewegingsdriehoek onder ‘matig (tot hoog) intensief bewegen’. Door naar school te fietsen komen kinderen sneller aan hun dagelijkse aanbevolen hoeveelheid beweging en dat heeft tal van voordelen voor lichaam en geest. Kinderen en jongeren zouden elke dag minstens 60 minuten matig tot intensief moeten bewegen. Op gezondeschool.be vind je extra tips om als school te werken aan een bewegingsbeleid (en dus ook aan actieve verplaatsing). Gezonde School heeft ook een Facebookgroep.
 
Aan de slag

Zie je het helemaal zitten om er voor jouw school zelf mee aan de slag te gaan? Denk dan zeker aan de volgende stappen: 

  1. Boek een VSV-medewerker voor een gratis begeleiding van een halve dag ter plaatse. Hij/zij komt je helpen bij het opstellen van een actieplan. Zowel vertegenwoordigers van de school, de politie als het gemeentebestuur dienen hierbij aanwezig te zijn. We bekijken de pijnpunten en de verwachtingen, en werken naar concrete oplossingen, gebaseerd op de expertise van de VSV en op praktijkvoorbeelden van andere scholen die gelijkaardige problemen hebben aangepakt. Zo komen we tot de basis van een actieplan op maat, met haalbare verbeteringen op het vlak van educatie, sensibilisering, handhaving en infrastructuur.
  2. Leg de suggesties voor het actieplan voor aan  de achterban (binnen de school, het gemeentehuis en de politiezone). Steek een tweetal maanden later de koppen opnieuw bijeen (zonder de VSV) en finaliseer jullie actieplan:
    • Minimum 5 en maximum 10 acties.  
    • Zowel infrastructurele, als verkeers-educatieve, sensibiliserende en handhavende acties.
    • Huiswerk” of eindverantwoordelijkheid voor zowel de school, als het lokale bestuur en de politie.
    • De helft van de acties zijn het komende jaar uitvoerbaar. Succeservaring zijn immers belangrijk.  
  3. Breng de “modal split” in beeld: hoeveel kinderen komen te voet, met de fiets, met het openbaar vervoer of met de auto naar school? Dat kan door simpele handopsteking in de klas. Maak die dag ook een foto van de “chaos” aan de schoolpoort. En communiceer die samen met de modal split en jullie actieplan aan zoveel mogelijk betrokkenen (ouders, buurtbewoners, …).
  4. Een jaar later:
    1. Breng je de modal split opnieuw in beeld en maak je op exact dezelfde plaats een nieuwe foto. Doe dat op een gelijkaardige dag qua weersomstandigheden. Hopelijk zijn er door jullie actieplan intussen al wat meer kinderen met de fiets? En ziet de foto er al heel wat verkeersveiliger en -leefbaarder uit?
    2. Overleg opnieuw met de school, het lokale bestuur en de politie. Evalueer jullie actieplan en stuur het bij.
  5. Herhaal dit proces jaarlijks

Veel succes!