Werkblaadje zonnekind rond zichtbaarheid in het verkeer
De VSV heeft een mooie samenwerking met Uitgeverij Averbode: vijf keer per jaar verschijnt er een verkeerskrantje bij Zonnekind, Zonnestraal en Zonneland. Hieronder kan je het werkblaadje 'Laat je zien!' downloaden voor de eerste graad. (tip: afdrukken op 'ware grootte' om de snijlijnen te vermijden).
Tijdens dit verkeerslesje leren de kinderen dat ze moeten opvallen in het verkeer en dat ze gezien moeten worden. Geen verstoppertje spelen dus, maar een veilige plaats kiezen is de boodschap! Zorg ervoor dat de andere weggebruikers je zo goed mogelijk kunnen zien. Bekijk samen met de leerlingen de vier tekeningen en bespreek ze een voor een.
1) Een fluohesje
Overdag word je sneller opgemerkt in een fluohesje vanwege de felle kleur. Als het donker is zijn het de reflecterende (zilveren) stroken die opvallen. Noor doet het goed.
2) Oversteken bij geparkeerde auto’s
Af en toe kom je in een situatie waarin oversteken niet mogelijk is in de meest ideale omstandigheden, zoals bijvoorbeeld bij geparkeerde auto’s. Rik is klein en wil tussen de geparkeerde auto’s oversteken. Naderend verkeer zal hem niet gauw zien aankomen en ook Rik heeft geen duidelijk beeld van het verkeer. Noor staat verder weg van de auto’s, zij zal meer opvallen en zij ziet het verkeer beter naderen.
3) Oversteken in een bocht
Leer de kinderen dat ze best verder van de bocht gaan staan om een goed zicht te hebben op aankomend verkeer, zodat ze tijd genoeg hebben om te beslissen wanneer ze gaan oversteken. Rik doet het goed.
4) Boekentas op de rug
Met een fluohesje vallen kinderen duidelijk meer op in het verkeer. De leerlingen moeten er echter voor zorgen dat ze dat hesje niet gaan wegsteken bijvoorbeeld onder hun boekentas. Rik draagt zijn hesje over zijn boekentas en is dus beter zichtbaar.
Nog andere tips om zichtbaar te zijn in het verkeer:
Slapwraps om de arm
Om op te vallen in het verkeer kun je ook een slapwrap dragen in een felle kleur en eentje die ook reflecteert. Draag de klaparmband aan de arm die het dichtst bij de straat is. Op die manier zien andere weggebruikers je arm (of been) het best bewegen.
Oversteken aan een oprit of parking
Ook als er een stoep voor de parking ligt, blijft het opletten. Door hun kleine gestalte vallen kinderen minder op voor automobilisten. Leer de kinderen dus ver weg te gaan staan van opritten of parkings.