Stappenplan

Je kan de fietstest Brons afnemen op een datum naar keuze. Zorg er wel voor dat je voldoende geoefend hebt.

Inschrijven kan van 1 september 2023 tot 1 juni 2024.

Kies je school uit de lijst (zoek best op straatnaam), vul je contactgegevens in, het aantal deelnemers en de datum van de eindtest. Je kan kiezen voor digitale fietsbrevetten (invullen op de website en printen) of voorgedrukte brevetten (opgestuurd naar de school en schriftelijk invulllen). 

Na je inschrijving ontvang je een bevestigingsmail en versturen we de fietsbrevetten. Koos je voor digitale brevetten, dan kan je de namen van je leerlingen al ingeven via de brevettenknop op de website.

De vaardigheden die de leerlingen moeten beheersen om hun Fietsbrevet Brons te behalen, kan je trainen in spelvorm. De oefeningen vind je onder 'lesmateriaal'. De spelletjes zijn gerangschikt volgens moeilijkheidsgraad, je kan dus best beginnen met het eerste spel. Als je deze opbouw volgt, werk je steeds in de juiste ontwikkelingsfase van je leerlingen.

Spelenderwijs oefen je zeven vaardigheden:

1. Met de fiets aan de hand stappen
2. Opstappen en vertrekken
3. Rechtdoor rijden
4. Over een oneffen terrein rijden
5. Evenwicht houden/traag rijden
6. Slalommen
7. Stoppen en afstappen

Praktisch:

• Vraag alle leerlingen hun fiets mee te brengen, al heb je niet voor elk spel alle fietsen nodig.
• Naar het einde toe kan je het parcours van de eindtest al eens opstellen en oefenen. Zo is de opstelling zowel
  voor jou als voor de leerlingen op de dag van de test geen verrassing meer.

Licht de ouders en de rest van de school in over het Fietsbrevet Brons.

Om de eindtest Fietsbrevet Brons af te nemen, raden wij je de hulp van minstens één extra begeleider aan. Denk aan de turnleerkracht, (klas)leerkracht, de directie of een (verkeers)ouder.
Overloop met de begeleider de vaardigheden die de leerlingen moeten beheersen en hoe je ze gaat evalueren. Neem er ook de controlefiche bij en spreek af wie de leerlingen beoordeelt en hoe.

Om het Fietsbrevet Brons te behalen, moeten de leerlingen zeven vaardigheden beheersen. Het volledige parcours en de spelletjes voor de eindtest vind je onder 'lesmateriaal'.

Alle leerlingen dragen een fluohesje. 

De leerlingen leggen het parcours om de beurt af. Zo kan je elke leerling observeren bij de vaardigheden die hij uitvoert. Om dit efficiënt te laten verlopen, kan je best de klas in twee splitsen. De helft van de leerlingen staat klaar om het parcours af te leggen. De andere helft oefent met de extra begeleider de vaardigheden nog wat verder in met de spelletjes. Zo heb jij de tijd en ruimte om elke leerling correct te beoordelen. 

Bij iedere oefening op het parcours beoordeel je de leerling aan de hand van de controlefiche. Gebruik één controlefiche per klas. Om de controle snel te laten verlopen, duid je alleen de fouten aan. Onderaan op de controlefiche is een vakje voorzien waarin je specifieke opmerkingen kan noteren.

Wees correct in de beoordeling. Al hoeft een kleine correctie niet te betekenen dat de leerling faalt voor het hele parcours. Bijvoorbeeld wanneer een leerling ergens een voet op de grond zet, maar de vaardigheid verder goed beheerst, kan de leerling toch slagen voor de vaardigheid. Daarvoor vertrouwen wij op jouw inschattingsvermogen en kennis van de capaciteiten van je leerlingen.

Na de eindtest krijgt elke leerling het Fietsbrevet Brons. Op de fietsbrevetten vink je aan of de leerling geslaagd is
(zeven op zeven) of niet en wat de werkpunten zijn. Het Fietsbrevet Brons is zo opgesteld dat ieder kind beloond wordt voor zijn inspanning, geslaagd of niet geslaagd. Naast het brevet krijgt de leerling als beloning ook een reflecterende sticker om op zijn fiets of boekentas te kleven.

Je deelt de fietsbrevetten en stickers best zo snel mogelijk na de eindtest uit. Zo weten de kinderen nog goed wat de verschillende vaardigheden omvatten en kunnen ze terugblikken op hun prestatie. Het is ook prettig voor de leerlingen als je hier een plechtig momentje van maakt samen met de ouders en de directie.

Bespreek samen met je leerlingen hoe ze de test ervaren hebben. Hiervoor kan je de zelfevaluatie gebruiken bij 'lesmateriaal'.

Vul tot slot de evaluatie in die je via e-mail van de VSV krijgt.