Doelen
Leerplandoelstellingen GO!
WO - Ruimte
De leerlingen
3.5.9. 24 kunnen aangeven dat het veilig is om op de fiets steeds een valhelm te dragen.
3.5.9. 51 kunnen aangeven dat het veilig is om overdag fluorescerend materiaal te dragen.
3.5.9. 52 kunnen aangeven dat het veilig is om in het donker reflecterend materiaal te dragen.
Leerplandoelstellingen Katholiek onderwijs
WO – Mens en ruimte
De leerlingen
9.15 zien in dat menselijk verkeer altijd risico’s inhoudt. Dat houdt in dat ze
- weten dat opvallende kleding in het verkeer kan bijdragen tot eigen veiligheid.
9.16 bewegen zich op een verantwoorde manier en dragen zo bij tot de eigen veiligheid en die van anderen. Dat houdt in dat ze
- de gevaarlijke verkeerssituaties in de ruimere schoolomgeving kunnen lokaliseren en ze zich veilig in verplaatsen.
9.17 houden in hun gedrag rekening met andere gebruikers van dezelfde ruimte.
Relationele vorming
De leerlingen
4.2 kunnen leiding volgen en kunnen meewerken met anderen.
4.4 kunnen constructief kritisch zijn en met positief geformuleerde kritiek van andere omgaan.
4.13 kunnen leiding geven.
Leerplandoelstellingen Katholiek onderwijs: ZILL
Socio-emotionele ontwikkeling – Relationele vaardigheden
3 Samenwerken met anderen en zo bijdragen aan het realiseren van een gemeenschappelijk doel.
- Meewerken aan een grotere groepsopdracht.
- Kunnen samenwerken met anderen rond een gemeenschappelijk idee of doel.
- Samenwerken met anderen ondanks verschillen.
Ontwikkeling van oriëntatie op de wereld – Oriëntatie op de ruimte
7 Als vaardige voetganger of fietser de verkeersregels kennen en toepassen en de veiligheid van verkeerssituaties in de omgeving inschatten
- Zich ervan bewust worden dat het verkeer risico’s inhoudt en daarom als weggebruiker preventief kiezen voor een veilige uitrusting en veilig gedrag in het verkeer.
- Gevaarlijke verkeerssituaties in de ruimere school- en thuisomgeving kennen en herkennen.
- Gevaarlijke verkeerssituaties in de ruimere school- en thuisomgeving lokaliseren en erop anticiperen.
Leerplandoelstellingen OVSG
WO – Verkeer
De leerlingen
3 beseffen dat het verkeer risico’s inhoudt. Dit tonen ze door
- 3.5 reflecterend materiaal te dragen in passende omstandigheden.
8 kunnen de gevaarlijke verkeerssituaties in de ruimere schoolomgeving lokaliseren.
10 kennen de verkeersregels voor fietsers. Dit betekent dat ze
- 10.1 de veilige uitrusting van de fiets kennen.
14 tonen zich in hun fietsgedrag bereid rekening te houden met andere weggebruikers.
WO – Mens
De leerlingen
2.5 kunnen leiding geven bij groepstaken.
- 1 kunnen met steun van de leerkracht leiding geven.
- 2 kunnen in een spel- of taaksituatie zeggen of tonen wat anderen moeten doen.
2.6 kunnen meewerken onder leiding van een medeleerling.
- 5 kunnen richtlijnen en adviezen naleven.
2.7 kunnen kritisch zijn en een eigen mening formuleren.
- 5 kunnen kritisch een situatie waarnemen en ze zo verwoorden dat ze bespreekbaar wordt.