Doelen
Leerplandoelstellingen GO!
WO - Ruimte
De leerlingen
3.5.9. 47 kunnen in de eigen omgeving gevaarlijke verkeerssituaties herkennen en veilige oplossingen aangeven voor het probleem.
Leerplandoelstellingen Katholiek Onderwijs
WO – Mens en ruimte
De leerlingen
9.16 bewegen zich op een verantwoorde manier en dragen zo bij tot de eigen veiligheid en die van anderen. Dat houdt in dat ze
- de gevaarlijke verkeerssituaties in de ruimere schoolomgeving kunnen lokaliseren en ze zich veilig in verplaatsen.
9.22 beseffen dat vervoersmiddelen functioneel kunnen gebruikt worden. Dat houdt in dat ze
- de voor- en nadelen van verschillende vervoersmiddelen kunnen opnoemen en vergelijken;
- zelf kunnen aangeven welk vervoersmiddel het meest geschikt is voor een verplaatsing;
- de belangrijkste gevolgen van het groeiende autogebruik kennen.
WO – Basisattitudes
De leerlingen
0.13 kunnen informatiebronnen op een doeltreffende manier hanteren. Dit houdt in dat ze
- bij het zoeken naar informatie doeltreffend gebruik kunnen maken van: de eigen voorkennis; de kennis van andere kinderen, volwassenen; het te onderzoeken object of fenomeen zelf; kranten, tijdschriften, boeken, naslagwerken, kaarten, grafieken, audiovisuele programma’s, (geautomatiseerde) gegevensbestanden; catalogi, (alfabetische) registers, trefwoordenlijsten en inhoudstabellen; atlassen;
- informatie uit het jeugdjournaal, de kinderkrant … kunnen gebruiken.
Nederlands – Luisteren en lezen
De leerlingen
2.1 kunnen de manier van lezen afstemmen op het doel: informatie zoeken, ontspannen, studeren, beoordelen, …
2.2 kunnen de manier van luisteren afstemmen op het doel: selectief luisteren, ontspannen, beoordelen, …
3.1 kunnen de manier van lezen of luisteren aanpassen aan het doel.
3.5 kunnen gericht informatie zoeken in de luister- of leestekst.
Leerplandoelstellingen Katholiek Onderwijs: ZILL
Mediakundige ontwikkeling – Mediageletterdheid
2 Passende mediamiddelen kiezen, gebruiken en combineren in functie van een beoogd doel.
Taalontwikkeling – Schriftelijke taalvaardigheid Nederlands
1 Een schriftelijke boodschap verwerken. Informatie beoordelen (uit verhalen, brieven, uitnodigingen en reclameteksten uit verschillende media).Verwerken van informatie uit verschillende boodschappen door
- de informatie te vergelijken;
- de volgorde van belangrijkheid te bepalen;
- de informatie te schematiseren.
Ontwikkeling van oriëntatie op de wereld – Oriëntatie op de ruimte
7 Als vaardige voetganger of fietser de verkeersregels kennen en toepassen en de veiligheid van verkeerssituaties in de omgeving inschatten
- Gevaarlijke verkeerssituaties in de ruimere school- en thuisomgeving kennen en herkennen.
- Gevaarlijke verkeerssituaties in de ruimere school- en thuisomgeving lokaliseren en erop anticiperen.
- Over voldoende reactiesnelheid, evenwichtsbehoud en coördinatiegevoel beschikken om zich als weggebruiker in het verkeer te begeven.
- Oplossingen bedenken die helpen om ‘verkeersconflicten’ te voorkomen.
9 De voor- en nadelen van duurzame en niet-duurzame manieren om mensen, dieren en goederen te verplaatsen vergelijken en illustreren.
- Vaststellen en uitdrukken:
- welke de voor- en nadelen zijn van verschillende vervoermiddelen voor mensen, dieren en goederen;
- welke vervoermiddelen het meest geschikt zijn voor een bepaalde verplaatsing.
- De gevolgen vaststellen van het toenemende transport en vervoer en illustreren welke duurzame, alternatieve manieren er zijn om mensen, dieren en goederen te verplaatsen - daarbij oog hebben voor het welzijn van mens en dier.
Leerplandoelstellingen OVSG
WO – Verkeer
De leerlingen
8 kunnen de gevaarlijke verkeerssituaties in de ruimere schoolomgeving lokaliseren.
16 kennen de belangrijkste gevolgen van het groeiende autogebruik.
17 kunnen de voor- en nadelen van mogelijke alternatieven voor het groeiende autogebruik vergelijken.
Nederlands – Lezen
De leerlingen
4 kunnen de betrouwbaarheid van de informatie vaststellen.
10 kunnen een samenvatting schrijven van een tekst die bestaat uit drie alinea’s.