We kiezen er bewust voor om te leren fietsen met een loopfiets. Zo leren kinderen sneller hun evenwicht houden en hebben ze nadien geen steunwieltjes nodig om de overgang te maken naar een fiets met trappers. 
Tijdens het eindparcours moeten de kleuters deze vaardigheden tot een goed einde brengen:

  • kijken, perifeer zicht: de kleuter draait het hoofd voldoende naar links en rechts om te kunnen zien wat er zich aan beide kanten afspeelt. Belangrijk om te leren oversteken.
  • horen, geluiden lokaliseren: de kleuters kunnen zich geblinddoekt verplaatsen naar de plaats waar een geluid vandaan komt. Belangrijk om te leren inschatten van welke kant er verkeer aankomt.
  • evenwichtsbehoud: evenwicht kunnen houden is de belangrijkste vaardigheid die je moet verwerven om te leren fietsen.

Tijdens het loopfietsparcours testen we ook de stuurvaardigheid van het kind:

  • Opstappen en vertrekken
  • Rechtdoor rijden tussen een smalle strook
  • Benen omhoog zwaaien en evenwicht behouden
  • Over een turnmat rijden
  • Slalommen
  • Stoppen

Je kan de vaardigheden oefenen met de oefeningen hieronder. Tijdens het eindparcours beoordeel je de kleuters met de controlefiche.

Daarna kan je de loopfietstest samen met de kinderen evalueren met de zelfevaluatie.

Ter inspiratie: training en parcours