Verschillende scholen houden af en toe evacuatieoefeningen om hun leerlingen aan te leren hoe ze de bus moeten verlaten bij brand, een lekke band of noodstop. Een bus moet ontruimd kunnen worden binnen de dertig seconden. Kleuterleidster Inge Vosters van de Gemeentelijke basisschool Klimop in Ravels merkte al snel dat de meeste busevacuaties te hoog gegrepen zijn voor kleuters. Zij paste de evacuatieoefeningen aan op maat van haar kleuters.

“Busevacuatie kun je het best beginnen oefenen vanaf de tweede kleuterklas”, vertelt Inge. “Voor instappertjes of eerste kleuterklasjes zullen de oefeningen nog te moeilijk zijn. Herhaling is bij kleuters enorm belangrijk. Ik train de busevacuatie dan ook regelmatig, in de klas, op de speelplaats, in de turnzaal. Ook als we met de kleuters op ‘echte’ busuitstap gaan, moeten ze de bus verlaten zoals aangeleerd”.

“Je begint best met de evacuatietraining in de klas: maak met de stoeltjes een fictieve bus en leg op de raamstoelen oranje kaartjes, op de gangstoelen groene kaartjes. Voorzie ook een groot stuur, dat vinden de kinderen geweldig! Alle kleuters krijgen een groen of oranje kaartje en mogen een plaatsje kiezen in de bus. Vergeet geen chauffeur aan te duiden. Hij mag kiezen naar waar de bus rijdt (de zee, Plopsaland, de Ardennen,…) en welke variant op het liedje ‘De wielen van de bus’ we zingen.”

Met een fluitsignaal start de evacuatie. Het uitstappen gebeurt volgens het ritssysteem: eerst verlaten de gangkindjes de bus, beginnende met het kindje dat achter de chauffeur zit, van voor naar achter. Ze voegen afwisselend links en rechts in, zonder te duwen of te drummen. Ondertussen schuiven de raamkindjes op naar het zitje naast het gangpad. Zij verlaten de bus van achter naar voor. De kleuter die rechts vooraan aan het raam zit, zal dus als laatste de bus verlaten omdat hij bij brand het langst zuurstof heeft. Als begeleider neem je best naast het gangpad aan de chauffeurszijde plaats. Zo heb je een goed overzicht op wat in de bus gebeurt, maar kun je ook snel kleuters begeleiden tijdens het afstappen.

“Onze kleuters zijn snel vertrouwd met het systeem”, vertelt Inge nog. “Na enkele keren oefenen, doen we alles zonder kaartjes. Ik merk dat ze zelfs tijdens het ‘vrij spelen’ in de poppenhoek nog graag op de bus zitten. De wielen van de bus is hier zowat het populairste liedje geworden!”