• Vormen en kleuren van verkeersborden herkennen en weten dat elke vorm en kleur een bepaald gedrag vraagt.
  • Gepast reageren op de vormen en kleuren van verkeersborden.

ZILL-DOELEN

MZzo1

Ervaringen opdoen met intens waarnemen met alle zintuigen - waarnemen met een toenemende aandacht voor zowel details als het geheel - een waarnemingsgeheugen ontwikkelen.

MZzo2

Gericht aandacht geven aan één of een paar zintuiglijke prikkels en er al dan niet op reageren.

MZrt2

De eigen bewegingen aanpassen aan statische en dynamische objecten door af te remmen, te stoppen, te vertragen, te versnellen en/of door van richting te veranderen, al dan niet met een voorwerp.

MZrt3

Afstanden, bewegingsrichtingen en -banen juist inschatten en de meest efficiënte kiezen.

IVzv2 

Het werkgeheugen en het geheugen ontwikkelen en inzetten bij het leren - relevante informatie memoriseren.

OWru7
Als vaardige voetganger of fietser de verkeersregels kennen en toepassen en de veiligheid van verkeerssituaties in de omgeving inschatten.

OWna5

Ervaren, onderzoeken, vaststellen en uitdrukken hoe levende organismen door een specifieke (lichaams)bouw, houding of handeling aangepast zijn om in hun omgeving te functioneren en te overleven.

GO!-DOELEN

3.5.6.1

De relatie leggen tussen een symbool en datgene/diegene waar het symbool voor staat.

3.5.6.9

De relatie leggen tussen een symbool en datgene/diegene waar het symbool voor staat.

3.5.9.46

In de eigen omgeving plaatsen herkennen waar ze veilig kunnen spelen en waar niet.

6.1.1.30

Reflecteren vooraf en/of achteraf op het bewegingsverloop.

6.1.2.17

Leven veiligheidsafspraken na.

6.2.2.2

Geven een gepast bewegingsantwoord op eenvoudige speltaken, bewegingsopdrachten, afspraken en regels.

6.2.3.22

Houden tijdens het bewegen rekening met plaatsaanduidingen.

6.2.3.30

Reageren snel met een eenvoudig bewegingsantwoord op auditieve, visuele en tactiele signalen.

OVSG-DOELEN

Leerplan wereldoriëntatie
Maatschappij

3.1.3 De leerlingen kunnen zelf waken over het naleven van regels die zij afgesproken hebben. 

3.1.4 De leerlingen kunnen afspraken vastleggen, evalueren en bijsturen.

Ruimte

21 De leerlingen kunnen op foto's en afbeeldingen vertrouwde personen, voorwerpen, gebouwen: - aanwijzen.

26 De leerlingen kunnen bovenstaande en andere pictogrammen en symbolen toepassen in een vertrouwde omgeving. 

27 De leerlingen maken gebruik van de gekende pictogrammen en symbolen in een niet vertrouwde omgeving.

Verkeer

1 De leerlingen kunnen zich bewegen binnen een afgebakende ruimte zoals de opdracht voorschrijft. 

2 De leerlingen herkennen in de eigen omgeving de plaatsen waar ze veillig kunnen spelen en waar niet.

3 De leerlingen beseffen dat het verkeer risico’s inhoudt. Dit tonen ze door:

3.9 rond te kijken en te luisteren om een verkeerssituatie op te nemen.

4 De leerlingen kunnen als voetganger onder begeleiding elementaire verkeersregels toepassen zoals:

4.4 hun gedrag aanpassen bij het zien van verkeerstekens.

Leerplan Lichamelijke Opvoeding
Ontwikkelingslijn 1

9 De kleuters kunnen met een vooraf afgesproken antwoord reageren op een auditief, visueel of tactiel signaal.

Ontwikkelingslijn 3

10 De kleuters kunnen bij het bewegen rekening houden met plaatsaanduidingen.

Ontwikkelingslijn 4

1 De kleuters merken auditieve, visuele en tactiele signalen op.