Doelen
GO!
Lichamelijke opvoeding
De kleuters
6.1.2.17 leven veiligheidsafspraken na.
6.2.3.23 stoppen, richten en wijzen de eigen bewegingsbaan afhankelijk van vaste en bewegende voorwerpen en/of andere leerlingen.
6.2.3.30 reageren snel met een eenvoudig bewegingsantwoord op auditieve, visuele en tactiele signalen.
Wereldoriëntatie
De kleuters
3.5.9.5 kunnen onder begeleiding op de stoep stappen zonder zichzelf of anderen in gevaar te brengen.
3.5.9.6 kunnen aangeven dat zij moeten oversteken op een zebrapad of bij een gemachtigde opzichter.
3.5.9.9 kunnen onder begeleiding veilig een straat met verkeerslichten oversteken.
3.5.9.10 kunnen onder begeleiding veilig een straat oversteken op een zebrapad.
OVSG
Lichamelijke opvoeding
Ontwikkelingslijn 1. De kleuters
9 kunnen met een vooraf afgesproken antwoord reageren op een auditief, visueel of tactiel signaal.
Ontwikkelingslijn 3. De kleuters
10 kunnen bij het bewegen rekening houden met plaatsaanduidingen.
18 kunnen bij het voortbewegen andere bewegende personen of bewegende voorwerpen ontwijken of ermee rekening te houden.
Ontwikkelingslijn 4. De kleuters
1 merken auditieve, visuele en tactiele signalen op.
2 kunnen met een onmiddellijk vooraf afgesproken, eenvoudig bewegingsantwoord reageren op een afgesproken signaal.
5 kunnen met een eenvoudig eigen bewegingsantwoord snel reageren op auditieve, visuele en tactiele signalen.
Wereldoriëntatie – verkeer
De leerlingen
1 kunnen zich bewegen binnen een afgebakende ruimte zoals de opdracht voorschrijft.
2 herkennen in de eigen omgeving de plaatsen waar ze veilig kunnen spelen en waar niet.
3 beseffen dat het verkeer risico’s inhoudt. Dit tonen ze door
- 3.1 op het trottoir zo ver mogelijk van de rijbaan te stappen;
- 3.5 reflecterend materiaal te dragen in passende omstandigheden;
- 3.6 te stoppen aan de stoeprand alvorens over te steken;
- 3.8 niet te rennen tijdens het oversteken;
- 3.9 rond te kijken en te luisteren om een verkeerssituatie op te nemen.
4 kunnen als voetganger onder begeleiding elementaire verkeersregels toepassen zoals:
- 4.1 op het trottoir blijven;
- 4.2 oversteken op een zebrapad;
- 4.4 bij het zien van verkeerstekens hun gedrag aanpassen.
5 kunnen de principes van preventief voetgangersgedrag en de betreffende verkeersregels in concrete verkeerssituaties toepassen. Dit tonen ze door:
- 5.5 een kruispunt met verkeerslichten correct over te steken;
- 5.9 hun gedrag aan te passen aan de verkeersregels voor voetgangers.
ZILL
Motorische en zintuiglijke ontwikkeling
De leerlingen
MZzo2 kunnen adequaat reageren op zintuiglijke impulsen
MZrt1 kunnen alleen of samen, een plaats innemen tegenover objecten, ruimteaanduidingen of personen en daarbij rekening houden met de ruimtelijke begrenzingen.
MZrt2 kunnen de eigen bewegingen aanpassen aan statistische en dynamische objecten door af te remmen, te stoppen, te vertragen, te versnellen en/of door van richting te veranderen, al dan niet met een voorwerp.
MZrt4 kunnen de eigen bewegingen afstemmen op duur, tempo, tijdsvolgorde, metrum en ritme.
Ontwikkeling van oriëntatie op de wereld
OWru7 Als vaardige voetganger of fietser de verkeersregels kennen en toepassen en de veiligheid van verkeerssituaties in de omgeving inschatten.