Doelen
GO!
WO - Ruimte
De leerlingen
· 3.5.9 13 kunnen onder toezicht, zelfstandig en veilig een straat met of zonder voorzieningen oversteken.
· 3.5.9 17 kunnen onder toezicht, zelfstandig en veilig een T-kruispunt zonder voorzieningen oversteken.
· 3.5.9 18 kunnen onder toezicht, zelfstandig en veilig een kruispunt zonder voorzieningen oversteken.
· 3.5.9 54 kunnen aangeven dat het veilig is om kort oogcontact te maken met de andere weggebruikers.
· 3.5.9 55 kunnen rekening houden met de dode hoek van wagens of vrachtwagens.
OVSG
Wereldoriëntatie – Verkeer
De leerlingen
3 beseffen dat het verkeer risico’s inhoudt. Dit tonen ze door:
- Op het trottoir zo ver mogelijk van de rijbaan te blijven.
5 kunnen de principes van preventief voetgangersgedrag en de betreffende verkeersregels in concrete verkeerssituaties toepassen.
8 kunnen de gevaarlijke verkeerssituaties in de ruimere schoolomgeving lokaliseren.
ZILL
Ontwikkeling van oriëntatie op de wereld – oriëntatie op ruimte
OWru7 Als vaardige voetganger of fietser de verkeersregels kennen en toepassen en de veiligheid van verkeerssituaties in de omgeving inschatten.
· Zich ervan bewust worden dat het verkeer risico’s inhoudt en daarom als weggebruiker preventief kiezen voor een veilige uitrusting en veilig gedrag in het verkeer;
· In het eigen gedrag en onder begeleiding rekening houden met de specifieke plaats van personen en voertuigen in het verkeer;
· Elementaire verkeersregels onder begeleiding toepassen - veilig oversteken onder begeleiding;
· Bij eigen verplaatsingen anticiperen op mogelijk gevaar en hindernissen - rekening houden met andere weggebruikers en er op inspelen;
· Oplossingen bedenken die helpen om ‘verkeersconflicten’ te voorkomen.