Doelen
GO!
WO - Mens en maatschappij
De leerlingen
3.1.3. 44 kunnen op een respectvolle manier hulp aanbieden en omgaan met mensen met een specifieke beperking.
WO - Ruimte
De leerlingen
3.5.9. 15 kunnen aangeven hoe ze veilig op de berm of het fietspad kunnen stappen als er geen stoep is.
ZILL
Ontwikkeling van oriëntatie op de wereld – Oriëntatie op de ruimte
7 Als vaardige voetganger of fietser de verkeersregels kennen en toepassen en de veiligheid van verkeerssituaties in de omgeving inschatten.
- Zich ervan bewust worden dat het verkeer risico’s inhoudt en daarom als weggebruiker preventief kiezen voor een veilige uitrusting en veilig gedrag in het verkeer.
- In het eigen gedrag en onder begeleiding rekening houden met de specifieke plaats van personen en voertuigen in het verkeer.
- Veilig meerijden met de fiets, de auto, de bus, de trein …
- Als voetganger of fietser gebruik maken van voor hen bestemde voorzieningen op de openbare weg en op openbare plaatsen.
- Oplossingen bedenken die helpen om ‘verkeersconflicten’ te voorkomen.
OVSG
WO – Verkeer
De leerlingen
5 kunnen de principes van preventief voetgangersgedrag en de betreffende verkeersregels in concrete verkeerssituaties toepassen. Dit tonen ze door
- 5.9 hun gedrag aan te passen aan de verkeersregels voor voetgangers.
10 kennen de verkeersregels voor fietser. Dit betekent dat ze
- 10.5 de algemene voorrangsregel kennen.